Feyenoord 5 - 3 FC Sion

Cup Winners Cup | 1991-11-06 | Stadion De Kuip

Feyenoord FC Sion
1. Ed de Goey 1. Stephan Lehmann 🟨
2. Henk Fräser 2. Mirsad Baljic
3. John de Wolf 3. Olivier Biaggi
4. John Metgod 4. Alain Geiger
5. Ruud Heus 🟨 5. Yvan Quentin 🟨
6. Peter Bosz 🟨 6. Michel Sauthier 🟨
7. Arnold Scholten 7. Reto Gertschen 🟨
10. Rob Witschge 🟨 🔻74' 8. Alvaro Lopez
8. Gaston Taument 9. Gabriel Calderon
9. Marian Damaschin 🔻 46' 10. Giuseppe Manfreda 🔻 100'
11. Regi Blinker 11. David Orlando 🔻 46'
12. Ulrich van Gobbel 🔼 46' 12. Sebastien Fournier 🔼 100'
13. Ioan Sabau 🔼 74' 13. Alexandre Rey 🔼 46'

Feyenoord, geplaatst via strafschoppen tegen het Zwitserse Sion, kan gerust het lelijke eendje onder de kwartfinalisten worden genoemd. Doelpunten maken voetbal aantrekkelijk en de Rotterdamse ploeg scoorde er in 390 Europese minuten - vier wedstrijden plus een verlenging - niet meer dan één (door Bosz tegen het zwakke Partizan uit Albanië) en kreeg er geen tegen. Veel viel er tot nu toe niet te genieten, dat moet duidelijk zijn.

Dat zal de Feyenoorders en hun aanhang een zorg zijn. Voor het eerst sinds het seizoen 1980-'81 overleeft - zoals voetballers dat noemen - de roodwitte club de winter op internationaal niveau. De kwartfinales in het Europa-Cuptoernooi voor bekerwinnaars worden pas in maart gespeeld. Dus vierden spelers en supporters nadat Feyenoord-doelman De Goey een strafschop had gestopt en zijn Zwitserse collega Lehmann van Sion niet, in de stromende regen feest in de Kuip.

Binnen raamde penningmeester Van den Herik de financiële winst van het bereiken van de volgende ronde op ongeveer 800.000 gulden. En dat geld kan Feyenoord goed gebruiken. Van den Herik sprak dan ook van “de eerste echte meevaller voor deze penningmeester”.

In de euforie durfde niemand de Feyenoorders na afloop openlijk als angsthazen te betitelen. De ploeg speelt dit seizoen consequent met vijf verdedigers, Scholten en Heus als backs, Fräser en De Wolf als centrale mandekkers en captain Metgod als libero. Daardoor ontbreekt er een middenvelder die vlak achter de centrumspits is geposteerd. Soms duikt op die plek Witschge, Bosz of Fräser op, maar meestal staat de Roemeen Damaschin moederziel alleen in de punt van de aanval alleen voor.

Ook gisteravond wilde trainer Wim Jansen daar geen verandering in brengen om zodoende een beslissing te forceren. Hij verklaarde dat door te stellen dat hij “geen onverantwoorde risico's” neemt. “Eén doelpunt tegen en het is over en sluiten.” Ook aanvoerder John Metgod wuifde alle kritiek op de behoudende taktiek van Feyenoord weg. “Snap je dat dan niet? Die Zwitsers loeren 120 minuten lang op een beetje ruimte om toe te kunnen slaan. Als we dan met inschuivende backs en libero spelen gaan we misschien grandioos voor gaas.”

In de optiek van Jansen was de wissel die hij in de rust doorvoerde, ook begrijpelijk. Hij bracht Uli van Gobbel voor Marian Damaschin in. Van Gobbel is geen spits. Maar hij is wel een doordouwer, die in zijn eentje ten strijde trekt tegen drie, vier of desnoods vijf tegenstanders. En Van Gobbel bracht in de tweede helft leven in de brouwerij. Het publiek "zoemde' massaal zijn naam als hij aan de bal was. Hij drong een paar keer dapper door de Zwitserse muur van verdedigers heen, maar succes bleef uit. Van Gobbel voldeed echter veel beter dan Damaschin. De aanvaller is slechts goed bruikbaar als er ploeggenoten bij hem in de buurt staan. Alleen kan Damaschin weinig uitrichten. Daarvoor mist hij de agressie en snelheid.

De Roemeen zal echter moeten accepteren dat er met name in thuiswedstrijden weinig eer voor hem valt te behalen. Dan moet Feyenoord namelijk meestal het spel maken en dat kan het met het huidige systeem niet. In uitwedstrijden wanneer de Rotterdammers meer ruimte krijgen liggen de zaken anders. Dat is goed aan de resultaten in de competitie te zien. In de eigen Kuip scoorde Feyenoord in zes wedstrijden maar één keer meer dan één doelpunt, twee tegen SVV Dordrecht '90. Buitenshuis maakte de ploeg al tweemaal vier treffers (FC Den Haag en Willem II) en eenmaal drie (RKC). Wim Jansen zegt best wel eens over een ander, aanvallender spelsysteem na te denken. “Maar”, stelde hij grijnzend, “daar heb ik dan misschien ook wel andere type spelers voor nodig.”

Jansen kan natuurlijk alle kritiek weerleggen door naar de resultaten te wijzen. Feyenoord staat met 21 punten uit veertien wedstrijden op de tweede plaats in de eredivisie en heeft nu ook de kwartfinale van de Europa-Cup bereikt. En er deden zich tegen Sion ook met de huidige opstelling ook mogelijkheden tot scoren voor. De Zwitserse verdediger Brigger passeerde bijna zijn eigen keeper na een voorzet van Blinker, Metgod schoot een vrije trap op de paal en Feyenoord werd halverwege de tweede helft een zuivere strafschop onthouden door de pas 31-jarige Deense arbiter Kim Milton Nielsen nadat Baljic duidelijk de bal boven het hoofd van De Wolf had weggeslagen. Aan de andere kant kregen invaller Rey en Baljic echter ook kansen om op de valreep voor een verrassing te zorgen.

Maar het bleef na 120 minuten 0-0. Voor een extra strafschoppenserie had Feyenoord de dagen voor de wedstrijd niet speciaal getraind. “Dat heeft geen zin”, legde Jansen na afloop uit. “Onder spanning is alles toch anders.” De oplettende trainer wist al lang wie er van zijn ploeg een behoorlijke penalty kan nemen. “Als er op de training een partijtje gelijk eindigt nemen we soms weleens een paar strafschoppen.” Twee goede schutters konden niet worden ingezet. Kiprich, in de competitie tot nu toe de vaste man van de penalty, heeft zijn arm gebroken en Witschge was in de tweede helft gewisseld.

Jansen wees uit de overige spelers vijf man voor het zenuwslopende karwei aan en liet Metgod in de middencirkel de volgorde bepalen. De aanvoerder benutte zelf de eerste feilloos, waarna Fräser, Sabau (voor het eerst ingevallen na een langdurige blessure), De Wolf en Bosz volgden. Doelman De Goey had inmiddels één schot (van Sauthier) gestopt en dat bleek voldoende voor de winst.

En zo toonde gisteravond Bosz andermaal zijn waarde. Hij maakte al het verlossende doelpunt in de eerste ronde tegen Partizan en nu schoot hij de laatste strafschop fraai in. Bosz had al tijdens de wedstrijd overwogen om van het nemen van een strafschop af te zien. Hij had last van een flinke snee boven het scheenbeen van zijn rechterbeen nadat hij in de beginfase een schop had gekregen. “Maar toen de trainer me niet vroeg óf ik er wel één wilde nemen, maar me gewoon aanwees heb ik het maar zo gelaten.”

Bosz miste bij zijn vorige club Toulon eens een beslissende penalty in een bekerwedstrijd. Dit keer deed hij zijn plicht. Hij zal overigens de eerstvolgende Europa-Cupwedstrijd niet mogen meespelen. Bosz was één van de zeven spelers die gisteravond een gele kaart kreeg van Nielsen en dat betekende zijn tweede.

Maak jouw eigen website met JouwWeb